Tip 1 - Bedenk eerst wat de centrale boodschap moet worden

Hamvraag is: wat wil je in het gedicht precies kwijt? En welk cadeau koppel je eraan? Maak daartoe een kort trefwoordenlijstje. En gebruik die trefwoorden als rode draad in je gedichtje.

Voorbeeld. Joop loopt altijd naar nieuwe auto’s te kijken. Maar zijn vrouw Ella vindt dat maar niets. Ze fietst liever. Want dat is gezonder en goedkoper. Dan is het zaak genoemde elementen in het sinterklaasgedicht voor Joop te verwerken. Om het hilarisch te maken, zou een fietsbel het goed doen als cadeau.

Tip 2 - Gebruik een simpel rijmschema

Zoals al gesteld: een literatuurprijs zit er niet in. Vuistregel is dan ook: houd het simpel! Een makkelijk rijmschema is AABB (steeds twee regels die op elkaar rijmen). Nadeel is dat kneuterigheid prominent op de loer ligt.

Voorbeeld. Sint dacht: Wat zal ik voor Gerda kopen / zonder een blauwtje te lopen / dus ging hij op zeker / en koos voor rozen van een kweker. #geeuw

Je kunt beter rijmschema ABCB gebruiken (alleen tweede en vierde regel rijmen op elkaar).

Voorbeeld. Sint is vanavond zonder paard / er was schimmel geconstateerd / toch was hij ruim op tijd / zo’n taxi is niet zo verkeerd.

Tip 3 - Bepaal eerst of er goede rijmwoorden beschikbaar zijn

Een winnende openingszin is altijd wel te bedenken. Maar een sinterklaasgedicht is natuurlijk langer dan een openingszin. Dat betekent dat je vooraf moet bedenken of de volgende regel op een logische manier rijmt.

Voorbeeld. Sint zag naar deze avond uit / want vindt jou een vrolijke guit. Is natuurlijk NIET goed. Want veel te gezocht. Beter klinkt al: Sint is er vanavond niet / een slecht begin / gelukkig is oom Arie / een goede stand-in. Dat klinkt al een stuk losser.

Tip 4 - Gebruik een rijmwoordenboek

Maak het jezelf niet onnodig moeilijk. Pak er een rijmwoordenboek bij. Kwestie van even googelen. Klik maar eens op de link Nederlands Rijmwoordenboek. Ook het Van Dale Rijmwoordenboek is in dit verband zéér de moeite waard.

Tip 5 - Vermijd tenenkrommende clichés

Voorkom clichés en daarmee stoffige rijmpjes.

Voorbeeld. Sint zat eens te denken / wat hij jou dit jaar zou schenken. Nee, ook niet: Sint had hoge nood / en deed een plasje in de goot. Ofwel: schep er een eer in om origineel te zijn.

Tip 6 - Zorg dat je gedicht ‘loopt’. 

Een gedicht moet soepel ‘lopen’, oftewel ritme hebben. Daarbij helpt het als je de regels ongeveer even lang maakt. Om te kunnen bepalen of een gedicht goed loopt, moet je het altijd eerst hardop lezen. Dan hoor je meteen of en waar er haperingen zitten. Die haperingen kun je wegpoetsen door een woord of lettergreep weg te laten. Of juist toe te voegen. Probeer dat maar eens. Spelen met woorden is hartstikke leuk!

Tip 7 - Gebruik humor

Probeer je boodschap op geestige wijze te verpakken. Het is tenslotte een sinterklaasgedicht. En geen bijsluiter van een koffiezetapparaat. Om maar eens wat te noemen…

Voorbeeld. Sint hoorde dat Guus doorlopend op zijn smartphone kijkt. Maar leuker is natuurlijk: Sint hoorde dat Guus een smartphonejunkie is. Ofwel: laat je fantasie rijkelijk vloeien. Voeg hilarische elementen toe.

Tip 8 - Liever kort en bondig dan lang en saai

Overdrijf niet met de lengte van het gedicht. Houd het kort en bondig. Ga je eventuele vondst niet uitmelken. Om de vaart erin te houden, volstaan twee hoogstens drie coupletten. Daarna slaat de verveling bij de toehoorder(s) gegarandeerd toe. Truc is om een wat groter lettertype te gebruiken. Dan lijkt het gedichtje al gauw heel wat!

Succes!
 

 
Wil het rijmen na het lezen van deze tips nog steeds niet vlotten? Geen nood. Je kunt ook gebruik maken van één van onze 8 kant-en-klare sinterklaasgedichten. Kopieer en plak jouw favoriet in de Sinterklaas Pluim. Heb je meteen een leuk Sinterklaascadeau!